je ziet er goed uit, zegt ze na mijn eerste chemo,
en dat ik ben vermagerd. omdát ik ben vermagerd,
lees ik tussen de regels van haar goed fatsoen.
ze houdt niet op: wat een geluk dat je je haar nog hebt,
het is een beetje doffer dan anders, maar
het ligt mooi, alsof je net van de kapper komt.
ik knik voorzichtig. dansend op de plukken pluis
zoekt mijn pruik naar evenwicht.